Column Myrthe: Zwarte bladzijde
Apeldoorn, Januari 2020
Dat moment waar ik jaren van droomde was daar. Alleen niet zoals ik het me voorgesteld had. Wat een deceptie, wat een anticlimax, wat een leegte. Een zaal vol mensen voelde nog nooit zo leeg. Volledige stilte, puur verdriet, ongeloof, het enige wat ik nu wil is in een heel diep hol kruipen, om er nooit meer uit te komen.
Geen woorden kunnen beschrijven wat je dan voelt. Je voelt het aankomen, maar wil er niet aan toegeven. Je voelt het uit je vingers glippen en ziet het in de ogen van de tegenstander. Toch weiger je er aan toe te geven. Je vecht voor wat je waard bent. Je kan en wil het je niet voorstellen, maar toch gebeurd het. In eigen land, voor eigen publiek, geen kwalificatie voor de spelen. Belangrijker nog, geen kans op die oh zo gedroomde Olympische medaille.
Niet alleen mijn teleurstelling, maar ook die van mijn teamgenoten was snijdend. Naast je eigen pijn ook hun pijn zien en voelen. Teamgenoten die niet alleen mijn collega’s zijn, maar na al die jaren ook echt maatjes zijn geworden. Je deelt zoveel samen. Blindelings vertrouwen.
Na 2016 was mijn droom deels uitgekomen. Deelname aan de spelen. In mijn dromen speelden we de finale tegen thuisland Brazilië in een afgeladen hal en wonnen we die wedstrijd 3-2 met een fabuleuze redding van mij, 15-13, olympisch goud. Helaas liep het anders. Brazilië was al uitgeschakeld in de poule en wij werden, na het winnen van de kwartfinale, 4e.
We gingen naar huis met een enorm mooie ervaring. De spelen worden wel pas “echt bijzonder” als je een plak mee naar huis neemt. Het deed pijn dat ons dat net niet gelukt was. Zo voelde het en dat zei ik ook tegen iedereen. Nu als ik erop terug kijk vind ik het alleen maar nog specialer dat we er überhaupt gestaan hebben.
We zeiden voor 2016 altijd “op de spelen komen is moeilijker dan daar een medaille halen”. Als je er dan geweest bent, net die medaille misgelopen bent, is het enige waar je het nog over hebt “die medaille”. Zou dat het zijn waar het dit proces mis liep? Zaten we in ons hoofd al op die spelen? Of was het iets anders? Is het weer het oude verhaal net zoals in de jaren voor 2016. Was de druk te hoog, was het de plotselinge trainers wissel voor het toernooi, of klopt het wat de kranten schreven en waren we gewoon over onze piek heen?
Allemaal vragen en geloof me ik heb er nog veel meer, waar ik mee zit. Waar ging het fout, waar kunnen we van leren, wat had ik anders kunnen doen? Je blijft denken en krijgt geen of maar deels antwoorden. Teamsport is samenwerken. Een optimale samenwerking hangt samen met zoveel factoren. In de volleybal top word het verschil gemaakt in details. Een flow is dus vereist. De flow is iets ongrijpbaars. De flow is een balans, een gevoel, die door de kleinste kink in de kabel verstoord kan worden.
In het volleybal kennen we geen rust is er geen moment van bezinning en nadenken. Je gaat altijd maar door.
Het volgende moment stond al voor de deur; terug naar de club. Terug naar die Duitsers, waar wij van verloren. Terug naar het veld en die bal, die mij zo teleurgesteld hebben en zoveel pijn hebben geven. Ik moest er niet aan denken, maar je gaat. Zoals ze zeggen na een auto ongeluk moet je direct weer in de auto stappen, anders krijg je angst. Zo liep ik 2 dagen na de zwartste dag uit mijn carrière, het vliegtuig uit en de hal weer in. Woensdag, drie dagen na de finale, speelden wij immers al weer een wedstrijd met de club.
Daar zat ik, in de kleedkamer, tranen in mijn ogen, net opgehaald van het vliegveld. Ik had mijn huis nog niet gezien en was in mijn koffers aan het graaien voor wat trainingsspullen. Mijn team had me nodig die woensdag, ik moest door. Ik liep de zaal binnen, de meiden waren al begonnen. Ik zag alle ogen en hun verwachtingsvolle blik. Ze wisten dat ik teleurgesteld was, maar waren blij me te zien. De lieve woorden, het slap de stilte volpraten zonder een antwoord te verwachten, de juist fijne stiltes, de warme knuffels, het deed me goed.
Toch voelt niemand wat ik voel. Niemand kent mijn drive. Niemand voelt mijn passie. Ik voelde me alleen, maar wist, ik moet door.
Kon ik het niet voor mezelf, dan maar voor de hen. Hen die zonder mij de balans kwijt zouden zijn, want elk radertje in een team is belangrijk. Dat is teamwork. Werken voor je team.
Met tranen in mijn ogen en de gedachte wat doe ik hier, speelde ik mijn eerste bal weer.
Daar ging ik, terug aan het “werk”. Geen tijd om na te denken, geen tijd om te voelen.
Langzaam aan heb ik deze zwarte bladzijde verwerkt, een plek gegeven. Al zijn er sommige vragen die onbeantwoord blijven. Op de spelen van 2016 kijk ik alleen maar met een specialer gevoel terug. De band die ik met de meiden van het nationaal team heb is alleen maar hechter geworden. De warmte die ik heb voor mijn clubteam in Duitsland, die zonder dat ze het weten mij zo enorm hebben geholpen door zichzelf te zijn, is enorm. Teamgevoel en hun samenwerking is iets speciaals. Hoe de kracht van een groep groter kan zijn dan een individu. Voor elkaar door het vuur in mooie en minder mooie tijden. Ik geniet dan ook elke dag van deze individuele en teamprocessen. Zelfs als ze soms pijn doen.