Column Myrthe: Mijn droom

door: Redactie Helden6 augustus 2015

Daar sta ik dan, dag twee van onze welverdiende vakantie. We zijn 18 mei begonnen en hebben tot onze vakantie begon welgeteld zeven dagen vrij gehad. Nog niet vaak hebben we zo hard en intens getraind als de afgelopen periode. Maar met resultaat, want na twee jaar afwezig geweest te zijn in de A grand prix, zijn we terug waar we wilden. Terug tussen de landen waar we van kunnen leren, beter van kunnen worden. De landen die elke fout genadeloos afstraffen. Terug op het hoogste internationale niveau, iets waar elke topsporter naar streeft. Dat geeft een goed en tevreden gevoel. 

Met dat gevoel van tevredenheid, sta ik aan het aanrecht een gezond en lekker vakantieontbijtje klaar te maken. Terwijl mijn telefoon rinkelt en ik nieuwsgierig mijn hoofd omdraai om te kijken wie het is die mij sms’t, zie ik iets, iets onverwachts. Ik laat alles uit mijn handen vallen en lees.

“Nog precies een jaar en dan gaat het los in Rio. Jij bent nog in de race om je te kwalificeren. Namens TeamNL wens ik je daar alle succes bij. Het is jouw Road to Rio, grijp elke kans en dan zie ik je in Rio! Groet, Maurits”

Hoe hard ik deze vakantie ook nodig had, het begint direct weer te kriebelen. Nog maar een jaar tot Rio en ik heb een week vrij? Geen tijd te verliezen!! Ik wil eigenlijk direct mijn vertrouwde sportkloffie weer aantrekken om mezelf helemaal uit te putten, over die grens heen te duwen en dat verslavende gevoel op te wekken. Dat gevoel waardoor je uiteindelijk terug word betaald in resultaten en hopelijk medailles. Ik ben direct weer terug op aarde, mijn tevredenheidsgevoel slaat om in onrust. Wat we behaald hebben is mooi, maar we moeten door. Er is geen tijd te verliezen, dit is niet het eindstation. Er is (bijna) altijd nog een hoger doel!

Als ik ondertussen, rennend door het huis, als een klein kind door het dolle heen mijn vriend heb laten zien wat ik zojuist heb ontvangen en mijn ontbijtje achterover heb geslagen, ga ik even rustig zitten. Zitten denken en schrijven.

Ik denk aan al het harde werk en weet dat af en toe lichamelijke rust ook bij topsport hoort. We liepen op onze eindjes de afgelopen week en kregen last van vermoeidheidsklachten, dus ik kan mezelf geruststellen. “Deze vakantie is goed voor je, dit heeft je lichaam nodig”. 

Vervolgens komt wel direct de vraag: Wat is dat toch, dat magische van die olympische spelen? Waarom droom ik daarvan? Waarom reageer ik daar emotioneel zo heftig op? Waarom blijft dat het ultieme doel, terwijl er voor bijna geen enkele sport het sterkste deelnemersveld staat? Misschien omdat het zo lang geleden is dat we ons gekwalificeerd hebben? Misschien door het sportmoment van de eeuw, het olympische goud van de mannen? Misschien door de EYOF, die ik ooit meemaakte als 15 jarige en waar we brons haalden, met inspiratiebron Erika Terpstra op de tribune. Iets wat ik nooit zal vergeten. Misschien omdat we er elke dag op de een of andere manier mee geconfronteerd worden? Of misschien toch door de eerste Europese spelen die net achter de rug zijn, die toch weer een beetje dat gevoel opwekte, dat speciale #TeamNL gevoel?! Ik weet het niet…

Ik sluit mijn ogen. Vandaag over 365 dagen, ik zit nog steeds in de race, zo ver weg, maar ook zo dichtbij… ik denk aan Rio, ik denk aan Brazilië, ik denk aan de duizenden fans die daar knotsgek op de tribune zitten, ik denk aan ons, daar op het veld, in de finale, tegen Brazilië, dat laatste punt….. Ik doe mijn ogen open en bedenk me, daarvoor is vakantie, om te dromen…. Om straks weer door muren heen te gaan en onze dromen te verwezenlijken…